Stichting WO2 Sporen is tegen de verkoop van het Rijksmonument " Seyss-Inquartbunker (Commandopost Clingendael)". Op 15 juni 2018 overhandigde Stichting WO2 Sporen een zienswijze aan het kabinet.
(Hieronder de "Recapitulatie en Conclusie" van deze zienswijze.)
Recapitulatie en Conclusie
Op het Landgoed Clingendael, grenzend aan Landgoed Oosterbeek gelegen aan de Van Brienenlaan in de gemeente Wassenaar, ligt het Rijksmonument “de Julianabunker”: de voormalige Commandobunker met bijgebouwen van de Rijkscommissaris van de bezette Nederlandse gebieden Dr. Arthur Seyβ-Inquart. Bij de beoordeling (waardering) voor het verkrijgen van de status Rijksmonument is aangemerkt dat de Commandobunker een object is met een stedenbouwkundig-, architectuur-, cultuur- en militairhistorische waarde. Het wettelijke adviesorgaan van de regering en het parlement op het gebied van kunst, cultuur en media, De Raad van Cultuur, heeft bij de minister aangegeven dat het object zeldzaam is met grote cultuurhistorische waarde.
Een monument dat volgens de gemeente Wassenaar en de gemeente Den Haag bescherming verdient en waarbij de huidige eigenaar, de Rijksoverheid, heeft besloten om het predicaat Rijksmonument toe te kennen.
In 1994 is Nederland toegetreden tot het Verdrag van Granada (1985). Daarin wordt o.a. aangegeven dat bescherming van het architectonisch erfgoed een essentieel doel is. Dit heeft op haar beurt weer een vervolg gekregen in de beleidsbrief Modernisering Monumentzorg (MoMo) 2009, waarin vijf gebiedsgerichte erfgoedbeleid prioriteiten staan omschreven waaronder ook het “tonen van een tijdperk”: Tevens moet er meer aandacht komen voor waardevol cultuurhistorisch erfgoed door middel van herbestemming en het beter zichtbaar, herkenbaar en beleefbaar maken van het erfgoed.
De erfgoed wet 2016 vormt de basis als het gaat om de bescherming, benutting en het behoud van cultureel erfgoed boven en onder de grond. Met de herziening en vervanging van de Monumentenwet 1961 en 1988 in de Erfgoedwet 2016 is de basis gelegd om lagere overheden te stimuleren hun verantwoordelijkheid te nemen door ontwikkelingen van (gemeentelijk) erfgoedbeleid. De gemeente Wassenaar en de gemeente Den Haag hebben een groot aantal Rijksmonumenten. Echter kijkend naar het historische karakter van beide gemeenten is dat aantal zeer relatief, ten opzichte van Amsterdam is het gewoon laag: 20% (1504 t.o.v. 7502). Door de openbare verkoop op te starten van de Commandobunker aan de Van Brienenlaan wordt de gemeente Wassenaar en de gemeente Den Haag de mogelijkheid de Commandobunker als Rijksmonument te verkrijgen ontnomen.
Initiatiefnemers verzoeken Ministers en Staatssecretarissen te handelen in het nationale educatieve belang en uit respect naar alle oorlogsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog om dit specifieke en beladen cultureel erfgoed te behouden en daarmee de openbare verkoop van het genoemde object te heroverwegen.
Daar de verkoop aan de hoogste bieder:
· strijdig is met het Verdrag van Granada en de daaruit voortvloeiende beleidsregels van de Rijksoverheid die van toepassing zijn op dit Rijksmonumenten;
· strijdig is met het Protocol Cultureel Erfgoed Rijksoverheid van de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid, Ministerie van Financiën;
· niet te verenigen is met de Erfgoedwet;
· niet te verenigen is met de pijlers van Modernisering Monumenten (MoMo) en Visie Erfgoed en Ruimte (VER, tonen van een tijdperk);
· niet overeenkomstig is met de beleidswijziging in 2011 ten aanzien van cultuurhistorische waarden en de professionalisering binnen de monumentenzorg;
· niet te verenigen is met de Nationale Agenda Herbestemming waarbij cultuurhistorisch waardevol erfgoed een passende bestemming moet krijgen;
· niet te verenigen is met een van de hoofddoelen van de ABC-scan Rijksvastgoedbedrijf. mogelijkheden en beperkingen van een terrein of gebouw identificeren (maatschappelijk, politiek en juridisch);
· de gemeente de mogelijkheid ontneemt om een passende bestemming te realiseren die in relatie staat tot de cultuurhistorische waarde;
· tegen de wens is van diverse organisaties die zich bezighouden met cultureel erfgoed;
· niet in het belang is (behoud) van genoemd object en het karakter van het plangebied om cultuurhistorische waarde herkenbaar te houden;
· niet in overeenstemming is met de wens “Museale invulling” (actuele behoefte) van de bewoners van Benoordenhout (kenbaar gemaakt door het bestuur van de Wijkvereniging Benoordenhout n.a.v. Concept bestemmingsplan Benoordenhout – Prinses Julianakazerne en Bunker van Ouwenlaan – );
· van een dergelijk (beladen) monument dat symbool staat voor een zwarte periode in de Nederlandse geschiedenis ongepast is en uiteindelijk kan leiden tot zeer onwenselijke pijnlijke en verwerpelijke (politieke) discussie.
Initiatiefnemers verzoeken de Rijksoverheid (Rijksvastgoedbedrijf) het Monument Julianabunker / Commandobunker Seyβ-Inquart tegen het reguliere verkoopproces in niet openbaar te verkopen, maar deze over te dragen dan wel voor een symbolisch bedrag te verkopen aan de Nationale Monumentenorganisatie (NMo).
Dit zal moeten plaatsvinden onder vergelijkbare strikte voorwaarden als bij de overdracht van 29 monumenten op 15 januari 2016. Het NMo heeft de kennis en expertise om een dergelijk monument te behouden en te beheren. Tevens ontstaat door de vervreemding aan het NMo de garantie voor de toekomst dat een dergelijk beladen object van bijzondere aard, dat toebehoorde aan de hoogste nazi-leider van het bezette deel van het Koninkrijk der Nederlanden, nooit verkocht zal worden behalve aan de Rijksoverheid voor € 1,00.