Centrum voor informatie, educatie en documentatie
Cornelis Pieter (Kees) Kreukniet
Naar aanleiding van verhoren van voormalige leden van de Grϋne Polizei in de strafgevangenis van Scheveningen en Rotterdam wordt op 25 maart 1947 een graf gevonden op de Waalsdorpervlakte tegen over de Rijksspeurhondenschool.
Het is het 37ste (massa) graf wat is gevonden op de Waalsdorpervlakte.
In het graf liggen 9 lichamen van mannen waarvan er 7 worden geïdentificeerd. Het zijn fusillade slachtoffers van 28 oktober, 2 en 6 november 1944. Het graf krijgt het landelijk grafnummer 262 en het achtste slachtoffer krijgt het landelijke nummer 712 en is het 196ste slachtoffer dat wordt gevonden op de Waalsdorpervlakte. Daar de identiteit onbekend blijft wordt het begraven op het Nederlands erehof op de gemeentelijke Begraafplaats Rusthof te Amersfoort. In 2012 wordt het lichaam wederom opgegraven door de Bergings- en identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL). Ze nemen DNA af en onderzoeken de resten op specifieke kenmerken. Het is overduidelijke een fusillade slachtoffer van minimaal 175 cm en zo’n 45 jaar oud. Het slachtoffer is overgebracht naar het Nationale Ereveld Loenen waar het is begraven in graf E 1397. Het andere slachtoffer waarvan de identiteit onbekend is wordt begin 2013 geidentificeerd als Nicolaas (Niek) Corstanje met de schuilnaam Nico Barents.
Gezamenlijk zijn we gaan onderzoeken wie deze negen slachtoffers waren. Het waren vier Hagenaars en vier personen uit Soest, Delft, Goes en Amsterdam. Drie personen waren opgepakt met de Groep Laan van Nieuw Oost-Indië, maar ook de Raad van Verzet, Nationale Steunfonds, Voor God en den Koning, Orde Dienst, Knokploeg Den Haag - Gooi / Amsterdam en de NBS (Ned. Binnenlandse Strijdkrachten) was vertegenwoordigd. We konden al snel concluderen dat een aantal personen elkaar kende maar dat het niet één verzetsgroep was.
Toen zijn we het zgn. overbrengingsrapport mb.t. de persoonlijke gegevens van het slachtoffer gaan bekijken. Het lichaam was in verre staat van ontbinding, was 180 cm lang en het boven en ondergebit waren een volledige prothese (kunstgebit). In het “rapport van overbrenging” stond ook de kleding beschreven. Hij droeg gevangenis onderkleding waarmee we konden concluderen dat hij al langer gevangen had gezet waarschijnlijk in het Oranjehotel. Het meest opmerkelijke was het overhemd van het merk Flebo met het winkelmerk Gebr. Else, Vlierboomstraat 510 en Stevinstraat 192. Deze specifieke gegevens waren ook in 1947 door De Dienst Identificatie en Berging Amersfoort in twee landelijke kranten geplaatst.
Met deze gegevens kregen wij sterk de indruk dat het hier misschien om een Hagenaar zou gaan. Zodoende gingen we in onze Haagse database met bijna 16.000 namen opzoek naar een slachtoffer die omstreeks oktober / november 1944 was overleden en waarvan de graflocatie onbekend was, dan wel het lichaam zoek. Hiermee kwamen we snel op de naam van de Haagse gemeenteambtenaar Cornelis Pieter (Kees) Kreukniet. Volgens het dodenboek Oranjehotel en het boekje “Drie Herdenkingsmonumenten met 45 namen van Haagse gemeenteambtenaren omgekomen in de Tweede Wereldoorlog.” was Kees op 28 oktober 1944 in het Oranjehotel aan een long- en longvliesontsteking overleden. Hiervan was door de gemeente Den Haag zelf in januari 1945 een acte van overlijden gemaakt. Echter het schouwingsrapport dat “gekoppeld” is aan de acte van overlijden was niet aanwezig in het Haagse Gemeentearchief en waarschijnlijk ook nooit opgemaakt.
Een opvallend detail was dat Kees woonde in de Pippelingstraat 67 en dat was nagenoeg om de hoek van de Vlierboomstraat waar het overhemd op het lichaam vandaan kwam.
Zoals in het “boekje” staat vermeld was Kees betrokken bij het ondergrondse verzet krantje “Ons Ochtendblad”. Als adjunct-kassier bij de dienst gemeentewerken was Kees sinds 1941 daar werkzaam en deze medewerkers zorgde dat het blad met een oplage van 3500 werd gestencild. Een aantal van deze medewerkers waren al in juni 1944 gearresteerd maar het blad bleef verschijnen. Op 8 oktober 1944 deed de Duitse politie een inval in het pand Bierkade 4 van de Dienst Gemeentewerken en troffen daar Kees aan met een stapel van de illegale bladen. Kees werd gearresteerd en overgebracht naar het Oranjehotel waar hij dus 3 weken verbleef.
​
Op 18 oktober 2022 kreeg Kees Kreukniet een grafsteen met zijn naam. Zijn neven Joop Kreukniet en Jan Sprangers hebben de steen geplaatst. Wij bedanken het Nationaal herinneringscentrum Oranjehotel, de Gemeente Den Haag, de Oorlogsgravenstichting en de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht voor de mooie bloemen.
​
Wij danken onze donateurs zodat wij ook een mooi bloemstuk konden plaatsen.
​
Een speciale dank aan Els Schiltmans van de Bergings- en identificatiedienst Koninklijke Landmacht.
Wederom een positief resultaat door gezamenlijk inspanning.
​